De persoon achter het plan: Tino van Etten en Karin van der Spek
In de rubriek ‘De persoon achter het plan’ spreken we mensen die zich binnen de Rijksoverheid inzetten voor het behalen van de interne duurzaamheidsdoelstellingen. Achter ieder plan zit een persoonlijke motivatie. Deze keer gaan we in gesprek met Tino van Etten en Karin van der Spek. Zij werken met hun programmateam inmiddels voor drie ministeries: dat van Economische Zaken (EZ), Klimaat en Groene Groei (KGG) én Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Op het moment dat ze voor dit artikel spraken met Denk Doe Duurzaam, heetten de ministeries nog Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Inmiddels vijf jaar vervult Tino van Etten de rol van coördinator verduurzaming bedrijfsvoering bij het ministerie van Economische Zaken en Kimaat (EZK) én bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), zoals de ministeries op het moment van schrijven nog heten. Een uitdagende functie, met veel moeilijke vraagstukken. Tino noemt ze liever ‘puzzels’, die hij met veel motivatie te lijf gaat: “Ik houd van puzzels in alle facetten van de bedrijfsvoering. Hoe kom je van beleid naar uitvoering? Dat zoek ik uit, samen met de juiste mensen om me heen.”
De juiste mensen, daar hoort Karin van der Spek ook bij. Ze werkt nauw samen met Tino voor de verduurzaming van EZK. “We zijn naast teamgenoten ook elkaars achtervang, mocht iemand van ons afwezig zijn”, vertelt ze. Karin is adviseur duurzaamheid en communicatie bij EZK. Sinds drie jaar zit ze bij Tino in het team. Hoe is haar relatie met duurzaamheid? “De bewustwording dat er echt verandering nodig is, is geleidelijk gegroeid. Inmiddels is mijn werk verweven met de vraag ‘hoe maken we onze planeet toekomstbestendig?” Binnen dit thema heeft Karin een persoonlijke interesse: “Sociale duurzaamheid intrigeert me. Ik vind het belangrijk dat iedereen gelijke kansen krijgt in de samenleving en dat iedereen de mogelijkheid heeft om op zijn of haar manier bij te dragen aan de maatschappij. Dat zorgt naar mijn idee voor een fijne en eerlijkere samenleving.” Als voorbeeld noemt ze de collega's van Binnenwerk. “Zij zijn heel waardevol op de werkvloer en zorgen regelmatig voor een lach op je gezicht.”
Zo’n persoonlijke interesse met betrekking tot duurzaamheid heeft Tino ook. “Voor mij is dat innovatie. Neem bijvoorbeeld zonnepanelen die naast elektriciteit ook warmte opwekken; door het bij elkaar brengen van deskundigen en dit soort goede innovatieve ideeën, kan ik een maatschappelijke bijdrage leveren. Dat maakt mijn werk waardevol.”
Het goede voorbeeld geven
Een maatschappelijke bijdrage leveren door de bedrijfsvoering van EZK en LNV te verduurzamen, hoe werkt dat? “We verwachten van heel Nederland dat het verduurzaamt. Dan moeten we zelf het goede voorbeeld kunnen geven, toch?” zegt Tino. “Practice what you preach. Op die manier slaan we de brug tussen beleid en uitvoering.”
Karin vult aan: “In die voorbeeldrol is het van belang om onze voortgang en prestaties te monitoren en vooral inzichtelijk te maken. Dat doen we onder meer met het uitbrengen van het duurzaamheidsverslag, dat we dit jaar voor de vijfde keer op rij hebben uitgebracht.” Karins expertise in communicatie is hierbij van grote waarde. “Ik vind het belangrijk dat wij als departement transparant zijn over hoe we het doen in onze bedrijfsvoering. Wij lopen namelijk net zo goed tegen dingen aan, obstakels die herkenbaar zijn voor bedrijven of particulieren.” Als voorbeeld noemt ze collega’s die moeite ervaren met meegaan in de transitie. “Voor die collega’s zijn bijvoorbeeld inspiratiesessies ontzettend waardevol. Dat onderstreept het belang van goede communicatie voor de verduurzaming van de bedrijfsvoering.”
“Steeds vaker is duurzaamheid een onderdeel van visies en jaarplannen.”
De urgentie tastbaar maken
We vragen Karin en Tino naar de grootste obstakels in de verduurzamingsopgave. Tino: “Over het algemeen blijft het moeilijk om de urgentie over te brengen van maatregelen die pas over 30 of misschien 150 jaar effect hebben. Het is een grote uitdaging om de klimaatverandering tastbaar te maken. Daarbij is de omgang met de klimaatproblematiek voor een groot deel gestoeld op voortschrijdend inzicht, wat betekent dat we om de paar jaar toch anders kijken naar onze aanpak. Dat helpt niet altijd in het overtuigen van mensen dat we op dit moment het juiste doen.”
Als een crisis dichterbij en tastbaarder is, komt men eerder in actie, weet Tino. “Door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne ontstond in 2022 in Nederland een gascrisis. Toen ging bij iedereen vrijwel moeiteloos de thermostaat naar beneden. En tijdens de coronapandemie ging de overgang naar videobellen als vanzelf, met significant minder CO₂-uitstoot tot gevolg. Hoewel deze aanleidingen vreselijk zijn, laat het zien dat er meer mogelijk is in tijden van crisis. Dat geeft moed dat het wel kán, als de nood maar als hoog genoeg wordt ervaren.”
Karin vult aan: “Het ongrijpbare van de klimaatcrisis zorgt ervoor dat verduurzaming nog niet automatisch gaat. Steeds vaker is duurzaamheid een onderdeel van visies en jaarplannen – een groot verschil met drie jaar geleden – maar dat moet het ook blijven. Het is een grote uitdaging om verduurzaming op de agenda te houden.”
“Tijdens de gascrisis in 2022 ging bij iedereen moeiteloos de thermostaat naar beneden. Het kán dus wel.”
Buiten ‘crisistijd’ gaat de transitie moeizamer. Toch raken Karin en Tino niet moedeloos. Integendeel. "Een ministerie is een afspiegeling van de maatschappij: voor sommige mensen gaat het niet snel genoeg, terwijl anderen al weerstand voelen bij de kleinste verandering. Maar dat houdt ons werk uitdagend!” zegt Karin. Tino vertelt dat het duurzaamheidsteam er niet is om mensen te pesten of vermoeien, maar om hen te helpen. Daarvoor zoeken ze naar tastbare oplossingen. “En het hoeft niet in één keer”, legt hij uit, “zolang we maar stapjes blijven zetten.”
Werkgroepen en commitment
Voorbeelden van dat soort stappen naar een duurzame bedrijfsvoering hebben Karin en Tino genoeg. Zo hebben de ministeries van EZK en LNV het Manifest verduurzaming bedrijfsvoering opgesteld, samen met acht diensten en agentschappen (waaronder bijvoorbeeld de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)). “Een concreet commitment, waarin we hebben vastgelegd wat we zelf gaan doen om de doelen uit het Klimaatakkoord te halen. Dat zijn afspraken zoals het elektrificeren van het wagenpark van de NVWA of het verminderen van het aantal vluchten van RVO”, vertelt Tino.
Karin gaat verder: “We hebben ook twee werkgroepen met beleidscollega’s van EZK en LNV die regelmatig bij elkaar komt om vraagstukken over beleid en bedrijfsvoering te bespreken. Dit doen we om enerzijds beleid zichtbaar te kunnen maken in de bedrijfsvoering en anderzijds de knelpunten die naar boven komen uit de bedrijfsvoering mee te geven aan de beleidskant. Daarbij geven deze gesprekken ons meer inzicht in wat kan en wat niet – of nóg niet.”
Tino: “We hebben te maken met beleid van verschillende departementen dat elkaar soms bijt. Denk aan het verpakken van de komkommer: we willen van het plastic af, maar tegelijkertijd de houdbaarheid van eten verlengen om verspilling tegen te gaan. Waar geef je de voorrang aan? En wat vertel je de cateraar? Een ander voorbeeld is de energietransitie: we hebben zonnepanelen nodig, maar wat doe je als die uit een land komen dat mensenrechten schendt? Dat zijn allemaal interessante casussen, die wij vooral oppakken door de juiste deskundige mensen te vinden en met hen een keuze te maken.”
“Doe wat bij je past”
Op bovenstaande foto staan Karin en Tino bij kleurrijke blokken waarop leerlingen van groep 7 en 8 hun hoopvolle ideeën voor de toekomst hebben getekend. De twaalf basisschoolleerlingen vergaderden ook met de bestuursvoorzitters van EZK en LNV. “Er kwam één vraag vaker naar voren vanuit de leerlingen”, vertelt Tino. “Dat was ‘waarom doen jullie eigenlijk zo moeilijk?’ Ik denk dat dat een terechte vraag is: het moet anders. En dat het anders wordt, betekent niet per se dat het slechter wordt.”
Hoe kunnen we als rijksambtenaren meegaan in die andere mindset? Karin weet het wel: “Duurzaamheid zit in alles: van de voeding die je eet tot hoe je naar je werkt gaat. Je kunt het daarom in iedere keuze meenemen.” Tegelijkertijd hoef je niet in je eentje de klimaatcrisis op te lossen, benadrukt ze. “Doe vooral wat bij je past. En hopelijk kunnen wij als overheid daarin het goede voorbeeld geven!”