De persoon achter het plan: Wendy Weijer van Algemene Zaken
In de rubriek ‘De persoon achter het plan’ zetten we de mensen in het spotlicht die zich binnen de Rijksoverheid inzetten voor het behalen van de interne duurzaamheidsdoelstellingen. Achter hun inzet zit vaak een sterke persoonlijke motivatie. Deze keer spreken we Wendy Weijer, afdelingsmanager Facilitair, Huisvesting en Inkoop bij het ministerie van Algemene Zaken, én duurzaamheidscoördinator.
Wendy is onder andere verantwoordelijk voor de huisvesting en de facilitaire voorzieningen van het ministerie van Algemene Zaken (AZ). Ze beheert fraaie panden als het Binnenhof, het Catshuis en de Vijverhof. En roemruchte ruimtes als het Torentje, de Trêveszaal en de Statenzaal. Als duurzaamheidscoördinator houdt ze zich bezig met de CO2-prestatieladder en met het verduurzamen van de panden, faciliteiten en het wagenpark. “Ik ben geen fulltime duurzaamheidscoördinator, maar het is één van mijn taken”, benadrukt ze. “Maar wel een taak die ik belangrijk vind.”
De planeet goed doorgeven
In haar werk en privéleven speelt duurzaamheid een grote rol: “Via mijn houding en gedrag wil ik mijn drie kinderen meegeven dat we de planeet goed moeten doorgeven aan volgende generaties. Daar ga ik vrij ver in. Ons huis heeft een warmtepomp en zonnepanelen en we scheiden ons afval. Mijn kinderen nemen die zorg voor de natuur over. In onze bibliotheek lenen ze soms ‘grijpers’ om zwerfafval op te ruimen in de buurt, dat vinden ze geweldig! Ook in mijn werk zit duurzaamheid in alles verweven. Je kunt op alle terreinen duurzame keuzes maken: in de gebouwen, het energiegebruik, de catering, het wagenpark...”
Verduurzaming is uiteindelijk een kwestie van gedrag, stelt Wendy: “En dat is aan te leren. Wij scheiden thuis nog steeds het plastic van het restafval, ook al zamelt onze gemeente geen plastic meer in. Bijna alle plasticcontainers zijn weggehaald, op een paar na. Naar één van die containers brengen wij iedere week een zak vol plastic. Dat helpt je om te zien hoe vreselijk veel levensmiddelen en gebruiksvoorwerpen in plastic verpakt worden; vaak totaal onnodig. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om al dat plastic bij het restafval doen. En het kost weinig moeite om het te scheiden.”
Kleine dingen maken verschil
Volgens Wendy vraagt verduurzaming op Algemene Zaken om creativiteit: “We hebben monumentale panden. Daar kan niet alles wat je zou willen. Daarom zoeken wij vooral naar kansen in de facilitaire services. We zijn ons wagenpark bijvoorbeeld elektrisch aan het maken en kiezen voor duurzame opties qua catering – ook door zo weinig mogelijk plastic te gebruiken. En we zetten ons in voor circulariteit in het meubilair dat we gebruiken. Met dit soort maatregelen dragen we onder meer bij aan vermindering van de CO₂-uitstoot en het grondstoffengebruik. ”
Wendy vindt de CO2-prestatieladder daar een handig hulpmiddel bij: “Deze ladder bestaat uit vijf niveaus. De eerste drie gaan over de CO2-uitstoot van de eigen organisatie. Niveau 4 en 5 gaan over de uitstoot in de ketens van leveranciers en klanten. We zijn anderhalf jaar geleden gestart met het gebruik van de CO2-prestatieladder en hebben ons gecertificeerd voor niveau 3. Verder stijgen is wel onze ambitie, maar geen doel an sich. Ik wil duurzaamheid vooral in ons organisatie-DNA krijgen. In aanbestedingen en keuzes voor de catering, bijvoorbeeld. En in de bewustwording dat je je monitor, de verwarming en het licht uitdoet wanneer je weggaat. Dat soort kleine dingen maken écht verschil. In een van onze panden hadden we ooit een vrijdagsluiting. Die liet het wekelijkse gasverbruik drastisch dalen.”
Geen discussie of betutteling
Wendy gelooft dat je mensen moet meenemen in duurzame keuzes zónder te betuttelen: “Blijf alsjeblieft uit de discussie. Overal willen mensen in debat over duurzaamheid maar dat leidt tot twee kampen, ook op de werkvloer. De discussie gaat dan over wie gelijk heeft, maar de essentie moet zijn: wat is onze ambitie en hoe kunnen we die ambitie realiseren? Dát gesprek wil ik graag voeren, of ik het nou volledig met anderen eens ben of niet. Zoveel mensen, zoveel meningen. Gelukkig zijn binnen Algemene Zaken de lijnen kort. Mensen kennen elkaar, treffen elkaar vaak bij de koffieautomaat en voeren veel goede gesprekken. Ook over duurzaamheid en het terugdringen van onze CO₂-uitstoot.”
Vraag je samen af wat je wilt uitdragen, vat ze haar doelstelling samen: “Je kunt hele discussies voeren over de vraag of je gewone of vega bitterballen moet serveren. Maar je kunt er ook voor kiezen om beide opties op te nemen. Dan mogen mensen zelf kiezen, terwijl jij wél uitdraagt wat je belangrijk vindt. Die balans weegt voor mij zwaar: ik wil duurzaamheid niet geforceerd opleggen, maar wél de duurzaamheidsdoelstellingen behalen. Daar zit misschien wel de grootste uitdaging, in het stimuleren van mensen om te veranderen.”
Certificering een mooie mijlpaal
Zelf kiest Wendy voor ludieke acties: “Toen de papieren bekers afgeschaft werden, scoorde ik mokken bij de kringloop om aan collega’s uit te delen. Voor een collega die vaak chocolademelk drinkt maar tégen de invoering van de mokken is, kocht ik een mok met de opdruk: I hartje chocolate. Zo houd ik het klein, maak ik het leuk en gooi ik er wat humor in. Dat werkt. Ook Warmetruiendag of een oproepje om vaker de fiets te pakken werken goed. Focus je op het enthousiaste kamp – de koplopers. Als je hen meekrijgt, haken de achterblijvers vanzelf aan.”
De certificering voor de CO2-prestatieladder ziet Wendy als een mooie prestatie: “Hiermee kunnen we én onze duurzaamheidsambitie beter volgen én duurzaamheid beter in ons DNA krijgen. Hoewel we pas sinds 2021 met de prestatieladder bezig zijn, merk ik al verschil. Duurzaamheid begint bij ons ‘gedachtegoed’ te horen. Nog niet altijd en bij iedereen; de koffiemok-discussies zijn er bijvoorbeeld nog steeds. Maar die verandering vindt wél plaats. En een porseleinen mok is al na 15 keer gebruiken duurzamer dan papieren bekers. Dus het helpt echt. Tenzij je voor iedere kop koffie of thee een schone mok pakt of je mok meerdere keren per dag uitgebreid omspoelt.”
Duurzaamheid op de agenda houden
Parttime duurzaamheidscoördinator zijn is niet ideaal, erkent Wendy: “Ik merk dat ik het er soms nog te veel ‘bij moet doen’. Grotere departementen hebben vaak fulltime duurzaamheidscoördinatoren, soms zelfs meerdere. Als ‘parttimer’ moet je er harder voor vechten om duurzaamheid op de agenda te houden. Ook bij de diverse interdepartementale overleggen over duurzaamheid kan ik niet altijd aansluiten. Dat is een spanningsveld: ik zou meer willen dan dat ik kan. Ondanks dat probeer ik duurzaamheid zoveel mogelijk te incorporeren in wat ik doe. En ik zie dat, sinds we gestart zijn met de CO2-prestatieladder, we goede dingen doen en de bewustwording rond duurzaamheid bij veel collega’s is gegroeid.”
Haar collega’s binnen het Rijk adviseert Wendy: “Wil je verduurzamen, begin dan met kleine stapjes. Zowel op je werk als thuis. In deze tijd werken we veel meer hybride en zitten we veel vaker thuis. Zet ook daar de verwarming niet onnodig hoog en doe het licht uit wanneer je niet op je werkplek bent. Ik geloof erin dat, door thuis te beginnen, je bij jezelf de bewustwording creëert die nodig is om een volgende stap makkelijker te zetten. Voor mijzelf zijn mijn kinderen daarin een constante inspiratiebron. Voor hen en voor hun kinderen – als zij die krijgen – wil ik een betere wereld achterlaten.”