De Klimaatmonitor 2020: hoe staan we ervoor?
Op de Klimaatdag 2020, vrijdag 30 oktober, publiceerde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de Klimaatmonitor. Daaruit blijkt hoe het staat met de realisatie van de doelen uit het Klimaatakkoord. En net als in het Klimaatakkoord zelf, is in de monitor een hoofdstuk te vinden over het Rijk als organisatie. Dragen wij zelf ook bij aan een beter klimaat? Het antwoord op die vraag is: we maken meters, maar op sommige gebieden lopen we nog achter op onze eigen ambities.
Besparen en verspilling voorkomen
We hebben onszelf dan ook niet de minste doelen opgelegd. Want wat we van burgers en bedrijven in het land verwachten, moeten we zelf ook doen, en zelfs beter. Het Rijk als organisatie wil in 2030 helemaal klimaatneutraal zijn en 50% minder primaire grondstoffen gebruiken. In 2050 willen we volledig circulair zijn. Dat doen we als eerste door te besparen en verspilling te voorkomen, en vervolgens door zoveel mogelijk over te schakelen op hernieuwbare bronnen en grondstoffen. Een derde optie, en laatste redmiddel, is het compenseren van uitstoot en vervuiling in het geval er nog onvoldoende bespaard wordt of er nog te weinig gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energiebronnen en grondstoffen. Compensatie helpt een beetje, maar aan de voorkant het verschil maken door te besparen en hernieuwbare bronnen te gebruiken is veel beter. Daarom moet compensatie een laatste redmiddel zijn. Helaas zien we dat we nog te veel leunen op compensatie. Werk aan de winkel dus om dat aandeel te verkleinen.
De ministeries en Rijksorganisaties hebben samen tussendoelen bepaald. Belangrijke tussendoelen zijn bijvoorbeeld het halveren van de uitstoot van mobiliteit en overschakelen op hernieuwbaar gas en 100% duurzame elektriciteit. Ook een halvering van het energieverbruik van de kantoren is zo’n tussendoel. Het kabinet ziet de inkoop, de opdrachten die het Rijk aan bedrijven gunt, als een belangrijke manier om die doelen te bereiken. Want de markt komt vaak met slimme en duurzame oplossingen. Met de meer dan 10 miljard die we jaarlijks uitgeven aan inkoop kunnen we echt een verschil maken.
Een tandje harder
De Klimaatmonitor laat zien dat we met sommige van die tussendoelen goed op koers zijn. Deze site staat bol van de voorbeelden van hoe we dat doen en ook de cijfers laten het zien. In 2019 bestond het elektriciteitsverbruik van het Rijk bijvoorbeeld voor 57% uit Nederlandse windenergie, en het energielabel van de Rijkskantoren is inmiddels van C naar B gegaan. Maar nog niet op alle tussendoelen zijn we al ver genoeg. We rijden bijvoorbeeld nog niet genoeg emissievrij. En hoewel een deel van de Rijksinrichtingen maatregelen heeft doorgevoerd om te voldoen aan de Wet Milieubeheer, voldoet nog maar 7% van de gebouwen geheel. We leren veel van het thuiswerken en willen na de coronacrisis vasthouden wat goed is voor het klimaat. We blijven ook na corona meer thuiswerken, dat scheelt veel reisbewegingen en energieverbruik. De mogelijkheden voor ambtenaren om een e-bike te kopen worden ruimer, zodat we straks op de dagen dat we wèl naar kantoor komen, niet de auto pakken.
Maar er moet dus een tandje bij. De realisatie van onze ambities vraagt van alle rijksambtenaren de komende jaren extra inzet. In 2021 moet de inkoopstrategie “Inkopen met Impact” van de Rijksoverheid nog meer de norm worden. De routekaart voor de verduurzaming van de Rijkskantoren wordt onverminderd doorgezet. Hetzelfde geldt voor de strategie ‘Naar klimaatneutrale en circulaire Rijksinfraprojecten’, van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met Rijkswaterstaat en ProRail. Daarnaast gaat het ministerie van BZK de andere ministeries ondersteunen bij het invoeren van de CO2-prestatieladder. Deze methodiek zorgt ervoor dat er versnelling plaatsvindt en er structureel en transparant gewerkt wordt aan de vermindering van CO2-uitstoot. Onze inkoopstrategie is er op gericht om van duurzaam, sociaal en innovatief inkopen de standaard te maken. De ervaringen daarmee delen we met gemeenten, provincies en waterschappen, zodat we samen een grote stap zetten naar klimaatneutraal en circulair inkopen. Dat doen we bijvoorbeeld via buyer groups, waarin overheden gezamenlijk de markt uitdagen om te komen met klimaatneutrale en circulaire oplossingen. Zo inspireren en motiveren we elkaar om samen meer voor elkaar te krijgen.