Op weg naar een duurzamer wagenpark: supersnelladers helpen VIP-chauffeurs
Elektrische supersnelladers nemen het overheidswagenpark mee in een duurzame stroomversnelling. Ze zorgen namelijk voor oplaadtijden van slechts een kwartier, in plaats van uren. Mega-efficiënt, en een belangrijke stap in de richting van een emissieloos rijkswagenpark. De Rijksoverheid komt zo steeds dichter bij haar klimaatdoelen omtrent bedrijfsvoering. Hoe dragen de hypermoderne laders bij aan deze rijksdoelstellingen? En aan duurzame bewustwording?
Op 16 mei werd een mijlpaal bereikt in de duurzaamheidsmissie van de Rijksoverheid, toen de eerste en vooralsnog enige ‘supersnelladers’ van het Rijk officieel in gebruik werden genomen. De plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Mark de Boer, had de eer om de laders te activeren. Hij sprak met trots over de gezamenlijke inspanningen die zijn geleverd om de voorwaarden te creëren voor een snelle en volledige elektrificatie van het wagenpark.
Maarten Brock, senior beleidsmedewerker Directie Inkoop- Faciliteiten- en Huisvestingsbeleid Rijk bij het ministerie van BZK, licht toe waarom deze supersnelladers er zijn gekomen: “Het heeft even geduurd voordat de knoop werd doorgehakt voor het plaatsen van deze supersnelladers, omdat FMHaaglanden uitgebreid onderzoek heeft verricht naar de noodzaak van de laders. Maar onder meer het langzaam laden van de reguliere was te vaak een frustratie. De toegang tot supersnelladers geeft de chauffeurs een stukje extra zekerheid, ook wat betreft veiligheid. Zo zijn ze altijd verzekerd van een volle accu, ook als de bewindspersoon of ambtenaar die ze bedienen onverwacht ergens snel naartoe moet. Gemak helpt om duurzaamheid te omarmen.”
100% elektrisch in 2028
De nieuwe laadinfrastructuur bevindt zich op een strategische locatie bij een van de rijkskantoren in Den Haag. De locatie is mede gekozen omdat de capaciteit bij de ministeries voor het laden niet toereikend is. Ook de brandveiligheid van de laadinfrastructuur in ondergrondse parkeergarages is een beperking. De palen moeten makkelijk toegankelijk zijn voor de chauffeurs, zodat zij hun werk goed kunnen blijven doen. De nieuwe laadinfrastructuur is dan ook als eerste bedoeld voor het VIP-vervoer, waarbij de bewindspersonen en ambtelijke top worden bediend. Maar wanneer de lader niet gebruikt wordt, mogen alle elektrische dienstauto’s van rijksambtenaren aan de snellaadpaal worden gehangen. Hoeveel zijn dat er eigenlijk? Maarten: “We hebben ongeveer 15.000 dienstauto’s bij het Rijk, waarvan op dit moment meer dan 20% zero-emissie is. In 2028 willen we dat 100% van het wagenpark emissieloos rijdt.”
Om het doel te halen, ontstaat ook de noodzaak van een passende laadinfrastructuur die aan deze behoefte kan voldoen. Dat is een uitdaging, volgens Maarten. “Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is hard bezig met de uitrol van de benodigde elektra-infrastructuur over alle departementen. We hebben inmiddels zo’n 1000 tot 1200 laadpalen geplaatst, en zijn daarmee op de goede weg. Maar we zijn er absoluut nog niet, want de volgende 1200 laadpalen komen op locaties waar het realiseren van laadinfra niet altijd even makkelijk is. Ook is er het risico van netcongestie, dat steeds groter wordt. Om in 2028 een emissieloos civiel wagenpark te hebben, moet ook worden gekeken naar andere laadmethoden. We zullen daarom ook het gebruik van thuisladers en openbare laders aan gaan moedigen.”
Maarten vervolgt: “Het RVB realiseert al een aantal jaar laadpunten bij rijksgebouwen. Maar de Interdepartementale Commissie
Huisvesting en Faciliteiten (ICHF) kwam recent met een rapport waaruit blijkt dat het plaatsen en gebruiken van laadpunten bij rijkskantoren niet voldoende is om het doel van 2028 te halen. Om in dat jaar volledig emissieloos te kunnen zijn, moet ook worden gekeken naar andere laadmethoden. We zullen daarom mogelijk het gebruik van thuisladers en openbare laders aan gaan moedigen.”
Verduurzamen wagenpark
De Rijksoverheid streeft ernaar om tegen 2030 een klimaatneutrale bedrijfsvoering te hebben. Als onderdeel van deze ambitie leaset het ministerie van BZK bijvoorbeeld uitsluitend voertuigen die bijdragen aan de doelstelling van een 100% emissieloos wagenpark in 2028. Hoe dicht is het Rijk bij die doelstelling? Maarten: “We zijn optimistisch, maar nog niet comfortabel. Het lukt echt alleen als we het met z’n állen doen, met alle departementen samen.”
De oproep tot intensieve samenwerking tussen alle departementen staat beschreven in het plan van aanpak dat onlangs door het RVB is opgesteld. Daarin wordt onder meer gestuurd naar efficiënter, gecombineerd en gezamenlijk gebruik van (openbare) laadpalen en verzwaring van het elektriciteitsnet waar nodig.
Certificering, samenwerking en bewustwording
Bijna alle departementen zijn inmiddels gecertificeerd op de CO₂-prestatieladder. Dat is een methode die organisaties helpt om de CO₂-uitstoot in kaart te brengen en deze structureel te verminderen. Zo heeft BZK het certificaat voor trede 3 op die ladder. Deze trede houdt in dat de CO₂-footprint van de eigen bedrijfsvoering in kaart is gebracht en er reductiemaatregelen zijn opgesteld om de footprint van het ministerie te verkleinen. De elektrificatie van het wagenpark en de aanleg van laadpalen zijn voorbeelden van maatregelen die sturen op het verlagen van de impact van zakelijke mobiliteit. Voor verder inzicht in de verduurzaming van de ketens is de interne samenwerking (zoals met RVB en FMHaaglanden) én de samenwerking met externe partners van belang. Het gebruik van de laadpalen leidt daarnaast tot het vergroten van bewustwording en laat collega’s het gemak en comfort van elektrisch rijden ervaren, wat er mogelijk toe leidt dat zijzelf en hun omgeving in hun privéleven ook voor elektrisch rijden zullen kiezen – mits ze het kunnen betalen, uiteraard. Zo kiezen steeds meer mensen voor de weg naar duurzaamheid.