‘Taboe van windenergie op vliegvelden doorbreken’
“Vliegverkeer en windmolens gaan niet goed samen. Traditionele windmolens zijn groot en hoog, wat niet handig is voor het vliegverkeer en ze hebben een storend effect op de radar. Maar op vliegbases hebben we vaak genoeg wind. Hoe tof zou het zijn om het taboe van windenergie op vliegvelden te doorbreken? Dat ga ik samen met collega Ciska van de Heuvel proberen.
Met de werkgroep Duurzaamheid CLSK stuitten wij vorig jaar op de Flower Turbine. Dit is een verticale windmolen; de as en de wieken staan loodrecht op de richting van de wind. Denk aan een tulp, waarvan de kop ronddraait. Deze turbine is een stuk kleiner dan de traditionele windmolen, heeft geen enorme wieken en de wind mag van alle kanten komen. Per vierkante meter leveren deze windmolens meer energie op dan zonnepanelen. Grootste voordeel voor ons: zolang de windturbine onder de veertig meter blijft, heeft deze geen of nauwelijks effect op de radar. Althans, dat is wat we denken en verder gaan onderzoeken. Met hulp van MIND, het innovatiecentrum van DMO, zijn nu drie Flower Turbines aangeschaft. Deze worden deze maand op vliegbasis Woensdrecht geïnstalleerd. We gaan dan antwoord krijgen of ze operationeel goed te gebruiken zijn. De turbines staan op containers, waardoor ze mobiel zijn. Mogelijk kunnen ze in de toekomst mee op oefening. Voor nu wordt de opgewekte stroom geleverd aan het net, zoals ook met zonnepanelen gebeurt. Maar straks kan er wellicht een hele waterstoffabriek op werken. Dan moeten er wel flinke investeringen gedaan worden op het gebied van duurzaamheid. Ik vind dat Defensie daarin nog achterloopt. Vanuit medewerkers komen tal van mooie initiatieven, maar projecten lopen na een pilotfase vaak al spaak door het ontbreken van budget. Door het belang van alternatieve energie op te nemen in een centrale visie krijgen projecten hopelijk grotere kans van slagen.”