Energie opwekken met een (strooi)zoutloods
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is flink aan het verduurzamen. Het doel? In 2030 wil het ministerie energieneutraal zijn. In dat jaar wekt IenW alle energie die het verbruikt zelf op. Daarmee draagt het ministerie flink bij aan het bereiken van de kabinetsdoelstelling om klimaatneutraal te zijn in dat jaar. En als grootste verbruiker binnen het ministerie neemt Rijkswaterstaat daarbij het voortouw. Dat doen zij niet alleen door waar mogelijk energie te besparen, maar ook door zelf energie op te wekken. Zo komt er op Maasvlakte 2 bij Rotterdam een groot windpark om IenW te voorzien van elektriciteit.
Maar ook op plekken waar je het misschien niet zou verwachten wordt ingezet op verduurzaming. Zo zijn twee (strooi)zoutloodsen in Baarn en Houten sinds kort, als pilot, voorzien van een dak dat volledig gemaakt is van zonnepanelen. Wij spraken Ernst Menten over deze duurzame zoutloodsen, en hoe dit project past binnen de verduurzaming van Rijkswaterstaat. “Op een gegeven moment stonden we voor een grote vervangingsopgave van bestaande zoutloodsen,” vertelt Ernst. Er is toen meteen onderzocht hoe de nieuwe zoutloodsen bij zouden kunnen dragen aan de doelstelling rondom de verduurzaming van de rijksoverheid in het algemeen, en specifiek Rijkswaterstaat. “We waren er al vrij snel van overtuigd dat het niet plaatsen van een dak, maar juist een dak van zonnepanelen, de juiste weg was.”
De (strooi)zoutloods als duurzaam object
Niet alleen bestaat het dak van de nieuwe (strooi)zoutloods volledig uit zonnepanelen, ook wordt er regenwater opgevangen waarmee ter plekke pekel wordt gemaakt om de wegen mee te strooien. Daarnaast zijn de nieuwe zoutloodsen van het gas af en volledig elektrisch, en wordt er gebruik gemaakt van beweging-gestuurde (led)verlichting. De loodsen zijn voor een groot deel gemaakt van duurzaam Nederland larikshout. Zo zijn beide loodsen maximaal verduurzaamd. Het ontwerpen en realiseren van de nieuwe (strooi)zoutloodsen had nog wel wat voeten in de aarde. Zo moest er nagedacht worden over de waterdichtheid van het bijna vlakke dak. “Hier was in de markt niet direct een oplossing voor zodat we een soort gootje hebben laten ontwikkelen voor tussen de panelen,” vertelt Ernst. “Om te verduurzamen moet je dus soms op zoek naar innovaties. Dat is hier goed gelukt.”
Waar mogelijk betrekt RWS graag omwonenden bij verduurzamingsprojecten. In Baarn en Houten is het grootste deel van de zonnepanelen waar de daken uit bestaan eigendom van een coöperatie bestaande uit omwonenden. Voor RWS levert dit een fikse besparing op, omdat er geen dak gekocht hoeft te worden. De bewoners verdienen hun investering in zo’n 7 jaar terug. Hoewel het succesvolle pilots waren waar de coöperaties tevreden over zijn, bleek het vormen van een coöperatie en het afsluiten van contracten daarmee juridisch ingewikkeld en daardoor vertragend. Ook bleek het beheer van het dak ingewikkelder dan gedacht. Om die redenen worden de zonnepanelen op de andere te vervangen (strooi)zoutloodsen voorlopig op een andere wijze geïnstalleerd, en worden ze volledig eigendom van Rijkswaterstaat. Ondertussen wordt er nagedacht over de verbetering van de pilot-opzet.
Duurzaamheid verdient zich uiteindelijk terug
Duurzame oplossingen zijn niet altijd direct goedkoper, geeft ook Ernst toe. Maar voor investeringen binnen de Rijksoverheid is het vooral van belang dat ze binnen de levensduur van het product terug worden verdiend. Ondanks de lage stroomprijzen die RWS betaalt verdienen de zonnepanelen zich binnen 10 tot 20 jaar, binnen de levensduur, terug. De loodsen zijn energieleverend en het overschot aan opgewekte stroom wordt verrekend in het contract met de energieleverancier. Ook nu is besloten dat de zonnepanelen in het vervolg volledig eigendom worden van RWS levert dit dus een besparing op. Het doel is om op termijn alle (strooi)zoutloodsen te voorzien van een zonnedak.
Laat je niet tegenhouden in verduurzaming
Wie binnen de overheid aan de slag gaat met verduurzaming, zal zeker uitdagingen tegenkomen. Ernst raadt aan om zo nodig de interne regels ter discussie te stellen: “Je kunt je wel laten afschrikken, maar dan gebeurt er ook niks. Een nieuwe werkelijkheid vraagt om een andere omgang met de regels.” Zijn tip is dan ook om vooral door te zetten en voor je idee te gaan. Kijk buiten de organisatie naar de mogelijkheden voor verduurzaming van installaties of diensten. Ten slotte is het belangrijk om ook burgers te betrekken bij je initiatief, omdat we het uiteindelijk voor hen doen.