Wil je met jouw communicatie het gedrag van je doelgroep beïnvloeden? Dat vraagt om een uitgebreide analyse, een onderbouwde strategie en goed onderzoek, bijvoorbeeld in een CASI-traject. Maar soms heb je weinig tijd of budget. Probeer dan in elk geval deze tips toe te passen. Houd deze tips in gedachten als je aan het werk bent met teksten, middelen en adviezen en pas ze zoveel mogelijk toe als je je doelgroep wilt aanzetten om iets te doen.
Houd het simpel
Informatie die eenvoudiger door het brein kan worden verwerkt, wordt beter opgenomen, eerder voor waar aangezien en positiever beoordeeld. Dit maakt het makkelijker voor je doelgroep om gedrag aan te passen. Andersom kan een ingewikkelde boodschap gewenst gedrag tegenwerken als je doelgroep er te veel over moet nadenken. Houd je communicatie dus zowel qua inhoud als vorm zo simpel mogelijk. Vermijd om dezelfde reden ontkenningen in je boodschap. Ons brein kan die moeilijk verwerken. ‘Roken is niet goed’ is bijvoorbeeld moeilijker te verwerken dan ‘Roken is slecht’. Daardoor bestaat de kans dat deze goedbedoelde boodschap juist ongewenst gedrag in de hand werkt.
Maak het relevant
Informatie die qua inhoud en vorm past bij iemands (informatie)behoeften en situatie, krijgt meer aandacht en wordt beter verwerkt dan een algemene boodschap. Zo is ‘Stop ‘s-ochtends je eigen mok of beker in je tas’ beter dan ‘Ministerie X koos ervoor om het gebruik van wegwerpbekers af te schaffen’. Door je communicatie zoveel mogelijk toe te spitsen op de doelgroep en een herkenbare situatie, maak je die relevant. Focus op wat voor hen belangrijk is (je wil ’s-ochtends prettig opstarten met een kop koffie of thee) en vermijd zenden. Als je aansluit bij waarden die mensen al belangrijk vinden, of hun comfort, dan is de kans groter dat ze gemotiveerd zijn om hun gedrag te veranderen.
Maak het mooi
Verpak je boodschap mooi. Door aansprekende verhalen, gebruik van positieve emoties, aantrekkelijke boodschappers, een pakkende naam en mooie vormgeving, staan mensen meer open voor je boodschap en denken ze er positiever over. Dit kan stimuleren en motiveren om gedrag te veranderen. Let wel op dat een mooie verpakking niet ten koste gaat van je boodschap.
Laat het goede gedrag zien
Goed voorbeeld doet goed volgen. Bevestig daarom in je communicatie wat het goede gedrag is of oplevert. Laat geen ongewenst gedrag zien: je loopt het risico dat mensen dan bevestigd krijgen dat het ongewenste gedrag blijkbaar normaal is.
Laat mensen en situaties zien die herkenbaar zijn
Mensen spiegelen zich aan anderen. Als je herkenbare mensen en situaties gebruikt in je communicatie, is de kans groter dat je doelgroep de boodschap accepteert en het gedrag kopieert. Ook verwerken mensen informatie beter als een persoon deze overbrengt. Bijvoorbeeld: een jongere die een donornier nodig heeft, kan het belang van donorschap goed duidelijk maken aan andere jongeren.
Geef je doelgroep concrete aanwijzingen
Geef de ontvanger van je boodschap heel concrete aanwijzingen en tips om het gewenste gedrag ook echt uit te kunnen voeren. Houd dit handelingsperspectief simpel en haalbaar. Bijvoorbeeld: ‘Ramen dicht, lichtje aan, deur op slot’. Dit geldt in het algemeen en is extra belangrijk als je met communicatie effectief wilt inspelen op negatieve emoties, zoals angst.
Voorkom weerstand
Let op dat je niet te dwingend communiceert. Dit kan weerstand en negatieve emoties zoals irritatie oproepen. Vermijd bijvoorbeeld het woord ‘moeten’. Wanneer je weerstand erkent, voelen mensen zich begrepen en staan ze open(er) voor de boodschapper en de gedragsverandering. Maak mensen in de communicatie duidelijk dat ze vrij zijn om zelf keuzes te maken en moedig ze aan om in actie te komen.
Zet de sociale omgeving van je doelgroep in
Mensen zijn sociale wezens. Ze kopiëren het gedrag van vrienden, familie en anderen in hun omgeving en nemen meer van ze aan dan van een organisatie of persoon die ver van ze af staat. Als je gedrag wilt veranderen en je hebt de gelegenheid om ook te communiceren via de sociale omgeving van je doelgroep, doe dat dan altijd. Denk aan vriendengroepen en leden van sportteams die worden gestimuleerd met elkaar een Bob-afspraak te maken.
Communiceer daar waar het gedrag plaatsvindt
Communiceer zoveel mogelijk op de plekken waar je doelgroep het gedrag daadwerkelijk vertoont. Zo is de ‘beurtbalk’ bij de kassa een relevante plek om het gewenste gedrag ‘legitimatie tonen’ onder de aandacht brengen van jongeren die alcohol willen kopen. Ook een aangepaste omgeving kan het gewenste gedrag makkelijker maken. Bijvoorbeeld door de gezonde producten in een kantine op ooghoogte te leggen. De gezonde optie ligt dan meer ‘voor het grijpen’ dan de ongezonde optie.
Houd het lang vol en herhaal
Gedrag verander je niet in één keer. Mensen moeten tien tot twintig keer blootgesteld worden aan een boodschap voordat die het gedrag beïnvloedt. Bovendien kan het soms jaren duren voordat gedrag duurzaam verandert.