Duurzaamheid binnen het Ministerie van Financiën: CO₂-prestatieladder

Ingegeven door het Klimaatakkoord, is het ministerie van Financiën, inclusief de uitvoeringsorganisaties Belastingdienst, Programma-DG Herstel en Inspectie Belasting, Toeslagen en Douane, begin 2023 gecertificeerd voor de CO2-Prestatieladder op niveau 3.  Hierdoor krijgt het ministerie inzicht in de CO2-uitstoot van hun bedrijfsvoering, met name energie en zakelijke mobiliteit. 

De CO2-prestatieladder is een CO2-managementsysteem, waarbij organisaties sturen op continue CO2-reductie door inzicht te krijgen in de CO2-footprint, reductieplannen op te stellen met doelstellingen en maatregelen, voortgang te monitoren, intern en extern te communiceren en door deel te nemen aan initiatieven. Deze methodiek is ondergebracht bij een onafhankelijke stichting SKAO

Op de website van SKAO staat meer informatie over het certificaat van het ministerie van Financiën. 

Ambitie CO₂-reductie

Nederland heeft de ambitie om de uitstoot van broeikasgassen met 55% te reduceren in 2030 ten opzichte van het niveau van 1990 en een volledig CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050 (Klimaatwet artikel 2). De Rijksoverheid werkt toe naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering. De Rijksoverheid wil het goede voorbeeld geven en verlaagt de rijksbrede emissies van energiegebruik en zakelijke mobiliteit met minimaal 55% in 2030 ten opzichte van 2017 in lijn met de nationale ambities. Het Ministerie van Financiën wil in lijn met de rijksbrede ambitie bijdragen aan de doelstellingen voor het verlagen van de emissies van energiegebruik en zakelijke mobiliteit.

Het CO2-Managementplan 2024-2030 inclusief voortgangsrapportage 2023 bevat de informatie die hierbij van belang is. In het CO2-managementplan zijn concrete duurzaamheidsdoelen en -maatregelen en voortgang op de CO2-uitstoot en -reductie opgenomen.

De CO₂-footprint

De uitstoot is onder te verdelen in direct verbruik (scope 1) en indirect verbruik (scope 2 en business travel). Direct verbruik is de CO2-uitstoot voortkomend uit verwarming (aardgas) en brandstof gebruik van het wagenpark. Indirect verbruik is de uitstoot van elektriciteitsverbruik, stadswarmte, zakelijke dienstreizen en woon-werkverkeer met de auto, openbaar vervoer (ook internationale treinreizen) en vliegreizen.

In 2023 bedroeg de CO2-footprint van het ministerie van Financiën 36.961 ton CO2. Dat is 50% lager dan onze CO2-uitstoot in het basisjaar 2019 (73.745 ton CO2).

Totale CO₂-uitstoot in tonnen CO₂

Totale CO₂-uitstoot in tonnen CO₂
JaarUitstoot
201973745
202052859
202149609
202263940
202336961
Brontabel als csv (75 bytes)

Uitstoot per categorie

Uitstoot per categorie
CategorieUitstoot
Zakelijk vervoer (scope 1, 2 en 3)22231
Elektra (scope 2)6757
Aardgas (scope 1)7973

Meer informatie over de CO2- footprint 2023 van het ministerie van Financiën vind je hier

Brontabel als csv (110 bytes)

De doelen en maatregelen CO₂-reductie

De reductiedoelen voor het Ministerie van Financiën zijn:

  1. In 2020 is het wagenpark 20% zero emissie, in 2028 100%;
  2. Voor zakelijke reizen (incl. woon-werk verkeer) in 2030 50% CO₂-reductie t.o.v. 2016;
  3. Streven naar 100% hernieuwbaar elektriciteit in 2030;
  4. Gemiddeld 2% energiebesparing per jaar voor rijksgebouwen en
  5. Gasverbruik van alle rijksgebouwen met 30% afgenomen ten opzichte van 2019 en voor minimaal 50% afkomstig van hernieuwbare bronnen.

Om deze reductiedoelstelling te halen zijn verschillende maatregelen nodig, waarbij het ministerie inzet op:

Mobiliteit

  • Elektrificatie wagenpark Belastingdienst;
  • Terugdringen zakelijke kilometers en fossiel brandstofverbruik;
  • Duurzame mobiliteit;
  • Terugdringen vliegkilometers.

Energiebesparing (gas en elektra)

  • 100% hernieuwbare elektriciteit via energiecontracten, onderbouwd met garanties van oorsprong;
  • Duurzame inkoop van hernieuwbaar gas is op dit moment slechts beperkt mogelijk. Er wordt weinig hernieuwbaar gas opgewekt. In 2023 heeft het Rijksvastgoedbedrijf een klein deel duurzaam gas ingekocht. In de komende jaren gaat dit volume langzaam omhoog. Hiervoor moet de duurzame gasproductie wel toenemen;
  • Verdere verduurzaming van panden van het ministerie van Financiën, waaronder de Belastingdienst, Domeinen Roerende Zaken en het beleidsdepartement inclusief Rijksacademie (verduurzaming energie en reductie elektra- en gasverbruik). Bij de geplande en nieuwe maatregelen ten aanzien van energiereductie bij MinFin wordt rekening gehouden met de uitvoering van de wettelijke energiebesparingsplicht (erkende maatregelenlijst RVO). Bijvoorbeeld door het plaatsen zonnepanelen, vervanging en installatie luchtbehandelingssystemen, warmtepompsystemen, dakisolatie, ledverlichting.

De maatregelen staan verder uitgewerkt in het CO2 managementplan

Voortgang realisatie reductiedoelstellingen 2023

Doelstelling

Voortgang 2023

In 2020 is het wagenpark 20% zero emissie, in 2028 100%;

In 2023 is 43% van het persoonsgebonden wagenpark Belastingdienst emissieloos. Ter vergelijk in 2020 was dit 20%.

Voor zakelijke reizen (incl. woon-werk verkeer) in 2030 50% CO₂-reductie t.o.v. 2016;

In 2023 is voor zakelijk reizen, inclusief woon-werkverkeer, 23% CO2-reductie behaald ten opzichte van 2018. De categorie woon-werkverkeer en zakelijke dienstreizen afgelegd met personenwagens veroorzaakt de meeste CO2-uitstoot. De reductie wordt met name veroorzaakt door elektrificatie van het wagenpark en afname van reisbewegingen (na Corona).

Voor niveau 3 van de CO2-Prestatieladder is de uitstoot onder te verdelen in direct verbruik (scope 1) en indirect verbruik (scope 2 en business travel). Daarnaast neemt het ministerie van Financiën ook het verbruik in scope 3 mee voor woon-werkverkeer (zakelijk vervoer). Hierdoor kunnen we ook onze voortgang monitoren ten opzichte van de rijksbrede doelstelling voor zakelijk vervoer.

Streven naar 100% hernieuwbaar elektriciteit in 2030;

In 2024 hebben we samen met Rijksvastgoedbedrijf onderzocht in hoeverre we met de ingekochte groene energie onze CO2-uitstoot kunnen reduceren (garanties van oorsprong in Nederland) volgens de eisen van de CO2-Prestatieladder. Van de totale ingekochte elektra van het ministerie van Financiën in 2023 is 78% groene stroom uit Nederlandse windkracht. Ook wekt het ministerie van Financiën zelf energie op met zonnecellen (988.087 kWh).

Vanuit de eisen van de CO2-Prestatieladder telt enkel Nederlandse opgewekte energie mee in de CO2-reductie. Bovenstaand inzicht, onderbouwd met garanties van oorsprong, zorgde voor de grootste daling van de CO2 -uitstoot van het ministerie.

Gemiddeld 2% energiebesparing per jaar voor rijksgebouwen;

Het elektriciteitsverbruik is in 2023 op totaalniveau met 15% gedaald ten opzichte van 2019.

Gasverbruik van alle rijksgebouwen met 30% afgenomen ten opzichte van 2019 en voor minimaal 50% afkomstig van hernieuwbare bronnen.

Het gasverbruik is in 2023 met 20% gedaald ten opzichte van 2019. Het gasverbruik is overigens sterk afhankelijk van het aantal graaddagen in een jaar.

Duurzame inkoop van hernieuwbaar gas is op dit moment slechts beperkt mogelijk. Er wordt weinig hernieuwbaar gas opgewekt. In 2023 heeft het Rijksvastgoedbedrijf een klein deel duurzaam gas ingekocht. In de komende jaren gaat dit volume langzaam omhoog. Hiervoor moet de duurzame gasproductie wel toenemen.

Brede verantwoordelijkheid voor duurzaamheid

Duurzaamheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de gehele organisatie van Financiën. Het is belangrijk deze bewustwording met elkaar af te spreken. 

Naast bovenstaande inhoudelijke maatregelen worden ook initiatieven binnen de dienstonderdelen genomen om bewustwording, draagvlak en kennis te vergroten onder de medewerkers. Daarmee wordt benadrukt dat de eigen invloed van de medewerkers groot is: iedereen kan een steentje bijdragen, bijvoorbeeld door hoe je kiest te reizen en door hoe de gebouwen worden gebruikt. 

Dit doet het ministerie van Financiën door bijvoorbeeld informatieverstrekking op een overzichtspagina Duurzaamheid op de intranetten van de Belastingdienst en het beleidsdepartement en een interne opleiding “Duurzaam werken doe je samen”  bij de Belastingdienst.

Initiatieven

Deelname aan of het initiëren van samenwerking, verandering en kennisdeling in de keten en/of sector is een onderdeel van de CO2-Prestatieladder. Het ministerie van Financien neemt deel aan een aantal initiatieven:

  • Denk Doe Duurzaam;
  • Community of Practice CO2-Prestatieladder;
  • Energierijk Den Haag;
  • Rijk Circulair;
  • Interdepartementale werkgroep duurzaamheidsdata;
  • Netwerk duurzame Belastingdienst.

Op de website van SKAO staat meer informatie over deelname aan de initiatieven.

Onderzoeken naar besparingen binnen de Belastingdienst

Datacenters Belastingdienst

De datacenters van de Belastingdienst hebben een aanzienlijk aandeel in het stroomverbruik van het ministerie van Financiën. Door een groeiende vraag van de verschillende Belastingdienstonderdelen naar IT-services blijft het stroomverbruik van de datacenters stijgen. Een trend die door verdergaande digitalisering en automatisering ook buiten de Belastingdienst terug is te zien. In de datacenters zijn diverse projecten gaande om het stroomverbruik inzichtelijk te maken en daar waar mogelijk te reduceren. Zo is de geplande installatie van de DCIM-tooling succesvol verlopen. Deze tooling zal op termijn op een gedetailleerder niveau inzicht geven in het stroomverbruik van de hardware. Met dit inzicht kan gerichter worden bepaald waar reductie mogelijk is. In de komende periode zullen er nog diverse switches worden geplaatst zodat er een volwaardig overzicht van het stroomverbruik gegenereerd kan worden. Met de huidige functionaliteiten is reeds inzichtelijk wat de capaciteit en bezetting van de racks (serverkasten) is.

Een maatregel om de groei van de hardware in de datacenters te beperken is rightsizing. Hierbij worden het aantal processoren en hoeveelheid geheugen van bestaande applicaties aangepast naar de hoeveelheid die de applicatie daadwerkelijk gebruikt. Dit betekent in bijna alle gevallen een vermindering van het aantal processoren en hoeveelheid geheugen. Hoeveel ruimte dit concreet bespaard zal in een later stadium van het project worden gecommuniceerd.