Schaarste ICT-professionals versterkt belang sociale duurzaamheid

Duurzaamheid en externe ICT-professionals. Dat is vast niet de eerste combinatie die in je opkomt. Toch kan het samengaan. Heel goed zelfs, stellen Gerdine Keijzer-Baldé en Sander Klaver. Gerdine is plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van EZK. Sander is manager van de categorie ICT-professionals Rijk. Zij zijn erg enthousiast over de in het categorieplan opgenomen proeftuinen voor social return en innovatie. De proeftuinen leiden tot meer sociale duurzaamheid, daarvan zijn ze overtuigd.

Man bij serverkasten

Meer sociale duurzaamheid door proeftuinen

“Eén van de speerpunten van de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk (ICBR) is om duurzamer in te kopen conform de strategie Inkopen met Impact. Het Rijksbreed sturen op duurzaamheid heeft de afgelopen twee jaar een enorme vlucht genomen. Dat is nodig om de doelen van het Rijk op dit gebied te halen. Onder duurzaamheid valt ook diversiteit en inclusie, waarbij we mensen met verschillende achtergronden een kans willen geven. Hier worden we een betere samenleving en een beter Rijk van. De schaarste aan personeel versterkt het belang van sociale duurzaamheid,” vertelt Gerdine.


In ons categorieplan worden proeftuinen ingezet als middel voor meer duurzaamheid. Sander: “Aanvankelijk hebben we social return ingevuld volgens wat we inmiddels de klassieke methode noemen, dus door er een percentage aan te koppelen. In het nieuwe categorieplan laten we dat veel vrijer. We gaan proeftuinen inrichten om te kijken hoe we met maatwerk de meeste sociale impact kunnen maken met interne opdrachtgevers, leveranciers en de doelgroep zelf. Dat kost meer tijd, maar het idee is dat we er meer uithalen dan bij de klassieke werkwijze. Social return proeftuinen zijn bedoeld om kansen te geven aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het inrichten van een proeftuin doen we samen met de opdrachtgever en een opdrachtnemer die wij gecontracteerd hebben. We bekijken dan welke voorkeuren een opdrachtgever heeft en welke ruimte hij wil geven aan proeftuinen, ook als je kijkt naar doelgroepen en activiteiten die in de klantomgeving zouden kunnen gebeuren. Proeftuinen geven ook de mogelijkheid om buiten de opdracht om sociale impact te realiseren, dus bij het bedrijf van de leverancier zelf. Dat is een goede oplossing om werk te laten uitvoeren door mensen die niet aansluiten bij de ICT-ervaring die we bij het Rijk nodig hebben, maar wel prima ander waardevol werk kunnen doen. Dat vind ik een mooie manier om het mes aan twee kanten te laten snijden.”

Innovatieproeftuinen

Naast de social return proeftuinen zijn in het categorieplan als alternatief innovatieproeftuinen opgenomen. De eerste daarvan moet nog starten. Sander: “Ik merk dat sommige opdrachtgevers in de ICT de social return proeftuinen toch wel lastig vinden. Het idee van innovatieproeftuinen is ontstaan om interesse te wekken bij ICT-managers waarbij social return minder goed lukt. Met de innovatieproeftuin willen we ICT-gerichte innovatieve oplossingen uitproberen in de klantomgeving. We vragen de contractpartij om een voorstel voor hoe ze een bepaalde vraag of probleem van de opdrachtgever kunnen oplossen met een innovatie. De proeftuin is klaar op het moment dat duidelijk wordt dat de oplossing haalbaar, wenselijk en nuttig is voor de opdrachtgever. Of niet natuurlijk, dat zou ook de uitkomst kunnen zijn.”


Innovaties zorgen voor een nieuw perspectief dat ook invloed kan hebben op de inzet van mensen. “Schaarste is de rode draad in het categorieplan, want ICT’ers zijn moeilijk te vinden. Op het moment dat we dan ruimte geven voor dit soort initiatieven waarbij je buiten de gebaande paden gaat, leidt dat soms weer tot andere inzet van mensen. Dat proberen we hier ook mee te bewerkstelligen,” vertelt Sander.

Wisselend succes

De ICT-categorie is sinds 2018, met wisselende resultaten, bezig met de proeftuinen. Sander: “Je merkt dat het erg afhankelijk is van de bereidheid en de mogelijkheden die een opdrachtgever geeft. Leveranciers willen vaak wel. Het vereist dat opdrachtgevers gaan nadenken over de voorkeuren die ze hebben en de ruimte die ze kunnen geven aan andersoortige ICT-professionals. Op het moment dat opdrachtgevers daarvoor open staan, dan is mijn ervaring dat het aanslaat. Dan merk je dat het soms vanzelf gaat, dat vind ik leuk om te zien.”


Inmiddels zijn er een aantal geslaagde proeftuinen geweest. Een recent voorbeeld is van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Hierbij gaven leveranciers trainingen aan gedetineerden, zoals sollicitatie- en ICT-trainingen. Sander: “Een gedetineerde had sollicitatietraining gekregen van een leverancier. Maandag kwam ze vrij, dinsdag ging ze nog even bij die contractpartij langs, vrijdag had ze een sollicitatie en de week erna werd ze aangenomen. Dat vind ik mooi om te horen, want dan heeft het effect gehad. Maar er zijn ook voorbeelden waar het moeilijker van de grond komt. Gelukkig zien we dat het de afgelopen twee jaar iets makkelijker gaat. Er is meer urgentiebesef op het thema social return. Opdrachtgevers realiseren zich dat ze niet achter kunnen blijven.”

Studenten in de bibliotheek van TU Delft

Social return als de standaard

Momenteel zet de categorie in op proeftuinen, maar de ambities reiken verder. Uiteindelijk moet er een duurzame verandering komen waarbij de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt normaal is. Gerdine: “Hier, bij het ministerie van EZK, heb ik al op verschillende plekken autisme ambassadeurs zien opstaan. Ik vind het echt een parel als mensen hun vinger opsteken en zeggen: ik heb zelf hindernissen ondervonden, maar daar heb ik mee leren leven of daar heb ik een oplossing voor gevonden. Dan zien andere mensen dat er in zo’n organisatie een veilig klimaat is om te werken. En leidinggevenden ontdekken dan dat het met wat kleine aanpassingen prima werkt. Ik geef daar graag ruimte aan en wat mij betreft gaan we nog veel verder.”


Sander: “Uiteindelijk moeten we het als gewoon gaan ervaren. Je moet soms even het ijs breken, maar als een proeftuin eenmaal draait is het al snel ‘gewoon’. Sinds kort vragen we contractpartijen om ambities voor diversiteit en inclusie op te stellen. Hierbij hoort een plan hoe ze dat in hun eigen organisatie, maar ook in hun dienstverlening aan het Rijk willen gaan realiseren. We gaan dat dan monitoren met Diversiteit in Bedrijf, een project van de Sociaal Economische Raad (SER). Zo willen we diversiteit verder versterken.”


“Diversiteit en inclusie kun je niet zomaar uitbesteden. In het opdrachtgeverschap, of je nu inhuurt of uitbesteedt, heb je zelf een verantwoordelijkheid,” vertelt Gerdine. “Je moet daar inderdaad ook zelf achter staan om die impact te realiseren. Dat is onze taak als ICT-categorie: om te kijken wat de voorkeuren van opdrachtgevers zijn en die matchen met wat een leverancier kan doen. In facilitaire categorieën gaat het vaak een stuk makkelijker, omdat vraag en aanbod daar sneller op elkaar aansluiten. Bij de categorie ICT-professionals is veel meer maatwerk nodig. Er zijn veel gespecialiseerde vaardigheden nodig in het ICT-werkveld. Het is de uitdaging die ook te laten uitvoeren door mensen die misschien niet in het standaard plaatje passen, maar prima kunnen helpen,” licht Sander toe.

Buiten de gebaande paden

Het nieuwe categorieplan is een belangrijke stap naar meer sociale duurzaamheid, maar er is nog veel te winnen door vaker van de gebaande paden te gaan. “Ik ben er trots op dat we als eerste dit plan gericht op duurzaamheid met elkaar binnen het Rijk hebben gemaakt. Alleen al aan inhuur van ICT-professionals gaven wij als Rijksoverheid in 2021 1 miljard euro uit, dus we zijn zeer aantrekkelijk voor marktpartijen. Met dit volume kunnen we echt verschil maken. In mijn contacten met marktpartijen merk ik dat ze actief inspelen op wat wij over duurzaamheid in ons categorieplan hebben staan. Daar hebben we echt iets bereikt,” vertelt Gerdine.


Sander: “Ik merk dat het nodig is om je nek uit te steken voor bepaalde zaken. Daarom ben ik er trots op dat we gewaardeerd worden voor de weg die we zijn ingeslagen. Dat merk je intern en ook bij leveranciers. Maar we zijn er nog niet. Wat ik opdrachtgevers altijd meegeef is dat ze wat meer out of the box mogen denken. We moeten onze blik verruimen, met name door de schaarste die er speelt. Ik heb ook vaker de metafoor geschetst om eens wat vaker van de snelweg af te gaan. De snelweg is dan wel de snelste manier om van A naar B te komen, maar de toeristische route is vaak leuker en mooier. Daarom wil ik opdrachtgevers oproepen om meer ruimte te geven aan ICT-professionals waar zij normaliter niet mee werken of zouden inzetten. Ik weet zeker dat het resultaat ze positief zal verrassen.”