De persoon achter het plan: Marielle van der Beek en Marij Derksen
In de rubriek ‘De persoon achter het plan’ spreken we mensen die zich binnen de Rijksoverheid inzetten voor het behalen van de interne duurzaamheidsdoelstellingen. Achter ieder plan zit een persoonlijke motivatie. Deze keer spreken we Marielle van der Beek en Marij Derksen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW).
Marielle is hoofd facilitair, huisvesting en inkoop voor OCW. Ze is daarnaast zo’n vier jaar duurzaamheidscoördinator. Twee mooie taken met een kleine kanttekening: “Soms is het lastig te combineren, maar soms past het ook juist mooi bij elkaar.” Marij werkt bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), onderdeel van OCW. Zij is al drie jaar bezig als duurzaamheidscoördinator. Niet verrassend dus dat Marielle en Marij elkaar vaak spreken: “We zijn al jaren een team”, zegt Marielle. “Je kunt wel van een tandem spreken”, bedenkt Marij ter plekke.
Samenwerking moet niet ophouden bij Den Haag
Hun jarenlange inzet betaalt zich ondertussen uit. Marij: “Reacties lopen uiteen; sommige mensen vinden ons te ‘woke’, maar we horen vooral dat het ‘supergoed’ is dat we hiermee bezig zijn. Mensen waarderen bijvoorbeeld dat we zorgen voor een beter plantaardig aanbod.” Marielle voegt toe: “Of dat we mooie alternatieven bedenken, zoals duurzame alternatieven voor boeketten. Het zit hem ook in de positieve toon waarop we het brengen. We pakken dingen niet af, maar voegen toe.”
Daarmee maken ze impact, want OCW telt 6.000 medewerkers en daarvan is DUO het grootste onderdeel. DUO bevindt zich, in tegenstelling tot andere onderdelen van de overheid, grotendeels in Groningen. Marielle en Marij weten die fysieke afstand goed te overbruggen en spreken elkaar vaak. Marielle vindt dat “fijn én belangrijk. Den Haag vergeet soms dat duurzaamheidsmaatregelen in Groningen soms anders uitpakken.” “Met name op het gebied van openbaar vervoer”, beaamt Marij. “Niet iedereen kan hier zo makkelijk met het ov of de fiets naar werk komen.”
Verschil maken met je werk
Marielle en Marij kwamen niet per toeval terecht in duurzaamheidsfuncties. Marielle is al sinds de jaren tachtig begaan met de zeehondjes en het gat in de ozonlaag. “Zuinig omgaan met de aarde zit er bij mij diep in”, vertelt ze. “Voor ik duurzaamheidscoördinator was, had ik me bij OCW al eens beziggehouden met wat toen nog ‘milieu’ heette. Toen gevraagd werd wie duurzaamheid wilde oppakken, stak ik direct mijn vinger op.” Ook Marij is persoonlijk betrokken. “Ik heb de interesse in duurzaamheid van huis uit meegekregen. Ook vroeg ik me tijdens corona af: ‘wat maak ik met deze baan voor verschil?’ Precies op dat moment kwam er een nieuwe directeur-generaal die bij zijn vorige functie voor RVO al veel bezig was met duurzaamheid. Hij wilde het thema op de kaart zetten en daar ging ik mee aan de slag.”
Meer invloed dan alleen op je eigen medewerkers
Een project waar Marielle en Marij trots op zijn, is de Duurzame Spelen. Daarmee willen ze het bewustzijn onder OCW-medewerkers vergroten, en dat lukt. “Het is een online game waar alle ambtenaren aan mee mochten doen”, legt Marij uit. “Ze krijgen vier weken lang vragen, stellingen en opdrachten op het gebied van duurzaamheid. Het gaat over wat je thuis en op kantoor kunt doen. Het is speels en je kan het in teams tegen elkaar opnemen. Mensen ervoeren het als positief. We merkten dat bijna iedereen die met de game startte er de volle vier weken mee doorging.” En dus volgt er dit jaar zeker een tweede editie.
Maar het zijn niet alleen medewerkers op wie dit soort activiteiten effect hebben, voegt Marielle toe: “Onze doelgroep bestaat uit de 6.000 rijksambtenaren die voor OCW werken. Je moet niet vergeten hoeveel huishoudens daarbij horen. Mensen nemen nieuwe inzichten mee naar huis. Eten ze op het werk lekkere vegetarische bitterballen, dan vragen ze thuis: ‘zullen we die hier ook eens eten?’ Dat is ook iets wat we probeerden mee te nemen bij het nadenken over de duurzame cao. Als je duurzaamheid stimuleert onder je werknemers, beïnvloed je ook hun huishoudens.”
Verandering voor elkaar boksen
Op de vraag hoe Marij en Marielle hun persoonlijke levensfilosofie meenemen in hun werk, wijzen ze er vooral op dat ze de dingen waar zij zelf mee bezig zijn, proberen over te brengen. Marij noemt als voorbeeld het tegengaan van verspilling: “Ik wil spullen niet zomaar weggooien. Kijk eerst of je iets kan repareren. Lukt dat niet: kijk of je een product hebt ter vervanging. Lukt dat niet: kijk op Marktplaats.” Marielle legt uit hoe zij deze gedachte ook wilden overbrengen op de afdeling ICT: “We wilden laten zien dat je geen apparaten moet vervangen die nog werken. Je wilt niet dat mensen hun iPhone na drie jaar inleveren omdat het budget vervanging toestaat.
Dat mensen daar soms anders over denken, roept weleens frustratie op. Maar nu hebben we op de afdeling ICT mensen die ons steunen. Als wij ideeën opperen, nemen zij die serieus en gaan ze ermee aan de slag. Dat zorgt ervoor dat er steeds meer mogelijk wordt en mensen spullen kunnen gaan hergebruiken, er minder onnodig vervangen wordt enzovoorts. Dat je betrokken collega’s op andere afdelingen hebt, is veel waard: zij weten wat er op die afdeling speelt, kennen de (technische) tips én zien het belang van duurzaamheid.”
Blik op de toekomst
Als ze iets voor elkaar gekregen hebben, zoals de gedragsverandering om apparaten die nog werken langer te gebruiken, dient een volgend onderwerp zich alweer aan: “Vanuit facilitaire dienstverlening kijk ik hoe we met water omgaan. Toegang tot schoon drinkwater wordt het probleem van de toekomst”, voorspelt Marij. “Nog niet iedereen staat daarvoor open, maar ik wil al wel kijken hoe we stappen kunnen zetten op het gebied van waterbesparing.” Wel is dat moeilijk, en Marij heeft dan ook nog niet hét antwoord gevonden, maar op zoek gaan naar dat antwoord is de eerste stap.
Marielle focust zich op digitale opslag: “Alle documenten en mailtjes staan op tien verschillende plekken. Dan zeggen collega’s: ‘Maar die datacentra draaien toch op groene stroom?’ Dat klopt, maar het is natuurlijk nog beter als we de stroom helemaal niet verbruiken. En met al die datacentra verandert Nederland langzaam in een lelijk dozenlandschap. Dit proberen we dus overal naar voren te brengen, want als mensen niets weten van dergelijke problemen, kunnen ze er niets aan doen. We komen ook met oplossingen: sla niet alles op je computer op deel niet telkens bijlagen, maar ga gebruikmaken van linkjes, ons archiefsysteem en samenwerkingsruimtes.”
Het voordeel van integriteit
Marielle ziet dat het goede voorbeeld geven helpt. “Ik ga veel met het ov. Als ik vertel op welke plekken ik allemaal met het ov kom, realiseren mensen zich: hé, dat kan óók. Zoals bij onze sportdag in Zeist of een heidag in de bossen. Deze plekken zijn prima bereikbaar als je bereid bent het laatste stukje met de ov-fiets te pakken. Met vegetarisch eten ben ik vaak de uitzondering. Daar ontstaan vaak gesprekken over, dat zorgt er soms voor dat mensen ook daar weer anders tegenaan gaan kijken.”
Dat hun interesse op het gebied van duurzaamheid ligt, maakt dat Marij en Marielle integer overkomen in de rol van duurzaamheidscoördinator. Ook maakt het hun werk wat makkelijker. Het kost ze namelijk relatief minder moeite om de ontwikkelingen bij te houden. “Als het je belangstelling heeft, valt je oog al gauw op de artikelen over duurzaamheid,” legt Marielle uit. “Ik houd daarnaast de artikelen bij op Denk Doe Duurzaam, over de verduurzaming in de rest van de rijksoverheid. Maar we wisselen ook onderling veel informatie uit, met elkaar en met andere collega’s.”
Marij en Marielle proberen niet alleen zelf een voorbeeldrol te vervullen. Zij worden ook geïnspireerd door anderen. Marielle: “Ik vond het mooi hoe Babette Porcelijn haar leven omgooide met het oog op duurzaamheid. Het is bewonderenswaardig hoe zij helemaal staat voor haar levensstijl. Zo ver gaan hoeft voor mij overigens niet, maar het inspireert om een extra stapje te zetten.” Marij is ook geïnspireerd door een doener: “Er zijn allerlei challenges om geen spullen te kopen. Wie mij destijds enorm opviel, was Elisah Pals. Zij kocht zeven jaar lang geen kleding. Ik probeerde dat ook. Hoewel ik echt niets kopen maar anderhalf jaar volhield, was het wel verrassend makkelijk om te minderen. Ik koop nu nog steeds veel minder dan eerst.”
Doe wat je zegt
“Het is niet alleen onze verdienste, maar dat duurzaamheid steeds meer op de agenda van OCW komt, zie ik als een van onze grootste prestaties”, zegt Marij. Marielle: “Het is nu een vanzelfsprekend thema en staat bijvoorbeeld genoemd in beleidsmatige documenten. Dat was een paar jaar geleden nog niet zo.” Doorzettingsvermogen is dus belangrijk. “We zetten dag in dag uit onze tanden in de problematiek rond duurzaamheid en laten niet los”, onderschrijft Marij.
Toch kan er nog een stap gezet worden. Plannen zijn mooi, maar moeten ook in de praktijk uitgevoerd worden. Marij licht toe: “We hebben afgesproken dat we minder gaan vliegen. Als collega’s dan toestemming krijgen om op en neer te vliegen naar Barcelona voor een training, valt dat tegen. Dan gaan we daarover in gesprek.” Marielle voegt toe: “We zijn de overheid. We leggen het land regels en doelstellingen op, dus dan moeten we daar zelf ook naar handelen. We hebben een voorbeeldrol. Dat we in de krant aangesproken werden op het vlieggedrag van ambtenaren begrijp ik. We zijn mensen, dus we maken fouten, maar we moeten er wel van leren.”
Dat we allemaal mensen zijn, geven ze ook mee in hun boodschap aan rijksambtenaren: “We zijn niet perfect, maar zet kleine stappen. Pak de fiets of neem het ov en eet eens vegetarisch. Denk na over de die kleine keuzes.” Marielle sluit af met een uitspraak die zo op een tegeltje zou kunnen: “De duurzaamste koop is niet kopen.”