#DuurzameEstafette: ‘We doen het duurzaam, of we doen het niet’
Rijkswaterstaat (RWS) werkt al meer dan 200 jaar aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Bijvoorbeeld door het beheren en ontwikkelen onze (vaar)wegen, maar de laatste jaren ook door actief in te zetten op duurzaamheid en circulariteit. Michèle Blom, directeur-generaal Rijkswaterstaat staat aan het roer van die transitie. “Duurzaam denken en doen is noodzakelijk om een land toekomstzekerheid te geven.”
Duurzaamheid lijkt al jaren in het DNA van Rijkswaterstaat te zitten. Wat is het geheim van dit succes?
“We zijn er bij RWS enorm van doordrongen om na te denken over de toekomst van een land. Als je niet denkt aan de leefbaarheid van een land, een gemeenschap of werelddeel, heeft het werk uiteindelijk niet zoveel zin. We willen mobiliteit mogelijk maken, waarbij goederen veilig van A naar B kunnen, maar dat land willen we ook leefbaar houden.”
“Wat RWS zo bijzonder maakt, is dat we niet alleen nadenken, maar dat we het ook kunnen uitvoeren. Zo kun je laten zien wat het betekent om aan duurzaamheid te werken. Dat maakt het leuk. Want dan zie je wat de opbrengst is als je met duurzaamheid bezig bent.”
Dus de combinatie van beleidsvoering en uitvoering is dé manier om duurzaamheid te versnellen?
“Ja, want anders praat je er alleen maar over en blijft het toch een beetje papier schuiven. Het is echt belangrijk dat beleid en uitvoering dat samen doen, zoals wij nu samenwerken met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER). Want hoe leuk is het om met EZK te werken aan duurzame energie, en het land en water dat wij in beheer hebben ook te gebruiken voor de opwekking van zonne-energie of windenergie. Door het resultaat daarvan daadwerkelijk buiten te laten zien, zien mensen dat de footprint van Nederland een stuk lager wordt. En dat enthousiasmeert natuurlijk.”
“Meteen en onmiddellijk succes willen hebben, daarmee gaat zo’n enorme energietransitie niet lukken.”
Hoe heeft Rijkswaterstaat die omslag naar duurzaam werken gemaakt?
“Met z’n allen beginnen we steeds meer te zien wat de gevolgen zijn van niet duurzaam handelen. Dat geldt eigenlijk voor alle beleidsdomeinen. Wat RWS, samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, daarin anders heeft gedaan, is dat we hebben gezegd: we doen het duurzaam, of we doen het niet. Hiermee is duurzaam werken, net als veiligheid en bereikbaarheid, een randvoorwaarde voor al het werk dat we doen, waarbij we rekening houden met al gemaakte afspraken en financiële kaders.”
“Dan moet je jezelf de juiste vragen stellen: Wat wil ik doen? Wat wil ik bereiken? Dus niet in den blinde gaan beginnen, maar eerst kijken waar je nu de grootste impact kunt hebben op het gebied verduurzaming. Bij RWS zit de grootste impact bijvoorbeeld op asfalt en op grondverzet. Die stromen hebben we ook gekozen om op in te zetten.”
“Daarin trekken we samen met onze beleidscollega’s op. Maar mijn ervaring is dat, als je met een goed idee komt, je daar de handen wel voor op elkaar krijgt. Vervolgens bespreken we met elkaar wie wat kan gaan doen. Soms is dat RWS, soms zijn dat andere partijen. Dus je zult ook zeker moeten zoeken naar partners die kunnen helpen om die verduurzaming tot stand te brengen.”
Wat zijn op dit moment de grootste blokkades? En wat is er nodig om het op te lossen?
“Wie zien er op dit moment eigenlijk twee. De eerste is de neiging tot kortetermijndenken. En meteen en onmiddellijk succes willen hebben. Daarmee gaan de enorme transities die we moeten doormaken niet lukken. Duurzaamheid is niet iets om een jaar mee vooruit te kijken. Het vraagt om langjarig beleid, vooruitplannen, volhouden én een structurele financiering.”
“De tweede drempel is integraal denken en besluiten. Dat is heel erg ingewikkeld. Neem de grond die RWS in beheer heeft, die kun je voor heel veel doeleinden gebruiken. Langs onze wegen kunnen we bijvoorbeeld zonnepanelen zetten, maar we kunnen daar ook iets met biodiversiteit doen. Maar die twee gaan niet vanzelfsprekend samen op dezelfde plek. Het is dus heel belangrijk we met z’n allen integraal nadenken over waar je wat wilt hebben. Met andere woorden: boven het sectorale belang gaan hangen om te bepalen wat nou het beste is voor iedereen. En dat is vaak nog erg moeilijk.”
“Ik zie een enorme kans voor het nieuwe kabinet om die plannen in te koppen en samen met alle uitvoerders tot stand te brengen.”
In januari is het nieuwe kabinet gestart en zijn er nieuwe bewindspersonen aangetreden. Heeft dat invloed op het langetermijnbeleid?
“Jazeker heeft dat invloed en dat is maar goed ook. De politiek bepaalt welke kant we opgaan. Het nieuwe regeerakkoord heeft veel ambitie op onder andere klimaatneutraliteit en duurzaamheid. Vanuit Rijkswaterstaat werken we daar graag aan mee. Natuurlijk hebben we dan wel wat nodig: tijd, geld en de kans om samen met de politiek en beleid te kijken hoe we dit het beste kunnen aanpakken.”
Want ziet u komende tijd nog kansen voor versnelling en nog meer impact?
“In de regeringsverklaring zien we nu al hele mooie plannen. Veel plannen op gebied van stikstofvermindering en veel plannen op het gebied van klimaatverandering. Die plannen kunnen we uitvoeren als er weer een langetermijnvisie achter zit met een structurele financiering. Want alleen dan zullen ook bedrijven investeren in duurzame oplossingen. Dus ik zie een enorme kans voor het nieuwe kabinet om die plannen in te koppen en samen met alle uitvoerders tot stand te brengen.”
“Om die structurele innovatie ook bij bedrijven te stimuleren, stoppen wij een positieve trigger in onze aanbestedingen.”
En waar ziet u voor Rijkswaterstaat nog mogelijkheden tot innovatie?
“Een voorbeeld van innovatie in onze projecten is het is verduurzamen van materiaal dat we gebruiken voor asfalt. Al het asfalt in Nederland wordt sowieso gerecycled. Door technische innovatie kijken we nu of de productie ook duurzamer kan. Daarnaast proberen we bruggen en andere kunstwerken te maken van herbruikbare elementen en materialen. Zo kunnen we die brug, zodra we die niet meer nodig hebben, weer ontmantelen en gebruiken voor iets anders of op een andere plek. Maar denk ook aan alle grote hijskranen en andere apparaten die nu nog op diesel rijden. Wij proberen bouwers zo veel mogelijk over te halen om die op elektriciteit te laten functioneren.”
“Om ook die structurele innovatie bij bedrijven te stimuleren, stoppen wij een positieve trigger in onze aanbestedingen. Want bedrijven investeren alleen in nieuw materieel als ze weten dat ze dat bij een vervolgopdracht ook kunnen gebruiken. Wij zijn afgelopen jaar ook op de tweede plaats gekomen als meest duurzame publieke opdrachtgever van Nederland. Dat vind ik een topprestatie voor zo’n grote organisatie als RWS.”
Aan wie geeft u het stokje voor deze interview-estafette door?
“Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit staat met het stikstofdossier voor een grote opgave. Ik zou DG Johan Osinga willen vragen hoe hij vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het programma Realisatie Transitie Landelijk gebied daar een bijdrage aan wil leveren en hoe we vanuit de uitvoering hem kunnen helpen.”